Personeelskrapte is van alle tijden (maar meestal kwalitatief van aard)
terug
Door de recordkrapte op de arbeidsmarkt kunnen werkgevers geen mensen vinden om het werk te doen. Een van fundamentele oorzaken van de krapte in 2022 is volgens de NOS de vergrijzing van de Nederlandse bevolking. Ook de coronacrisis heeft zijn aandeel gehad in de krapte. Door de miljarden coronasteun zijn veel bedrijven overeind gebleven. Hier zitten ook bedrijven bij die voor de coronacrisis eigenlijk al niet levensvatbaar waren. Werknemers bleven dus ook vastzitten in de banen, terwijl zij anders beschikbaar zouden zijn geweest voor andere werkgevers.
Blijf sturen op kwaliteit
Het lijkt nu steeds meer te gaan over de kwantiteit, terwijl het toch echt nog steeds ook over de kwaliteit moet blijven gaan. Niet iedereen is geschikt voor elke baan.
Er werd me onlangs gevraagd wat mijn eerste ervaring was toen ik begon te werken in de vrije tijd. Ik hoefde niet lang na te denken. Het was een geweldig feedback moment dat ik gratis ontving en nooit meer ben vergeten. Het heeft me gevormd en ik wist toen in een split second wat het betekent om te werken in de wereld van gastvrijheid en dat kwaliteit boven kwantiteit gaat.
Brabantse nachten zijn lang
Ik werd namelijk ooit tijdens een Pinksterweekend gebeld of ik direct kon komen helpen in de horeca op een grote camping in Noord-Brabant. Op dat moment had ik NUL ervaring in de sector, maar personeelstekort was schijnbaar toen ook al aan de orde. De kwantiteit van het personeel ging boven de kwaliteit, anders was ik toen zeker niet gevraagd.
Van nature heb ik een nogal grove motoriek en ik kneep dan ook veel glazen een voor een kapot. Een van de eerste volle dienbladen die ik boven mijn hoofd vasthield ging als een douche over enkele gasten en met mijn schoenmaat 48 plette ik alle tenen van collega’s achter de bar.
Niet verwacht, maar aan het einde van een lange Brabantse nacht werd ik nadrukkelijk gevraagd een dag later weer te komen helpen. De nood moet wel heel groot zijn geweest, realiseer ik me nu. Wat schetste mijn verbazing. Ik werd de tweede dag al gevraagd om het café in de ochtend alleen te runnen. De meeste gasten lagen toen nog op een oor en die paar consumpties die waarschijnlijk tijdens die ochtend besteld werden kon ik waarschijnlijk wel aan.
Eye of the tiger
Mijn eerste gast was echter meteen een gepensioneerde ex-bokser die niet misstaan had als figurant in de film Rocky X. Vervaarlijke tronie, robuuste bouw en mega bloemkooloren. Type ‘niet mee sollen, ook niet op latere leeftijd’.
Hij bestelde een trappist met een scheut grenadine en keek me eens indringend aan. ‘Volgens mij ben je moe?’ was zijn nog redelijke openingszin. Blue als ik was, ging ik mee in zijn geveinsde empathie en vertelde is hoeveel uren ik de dag ervoor had gewerkt. ‘Zozo, dat is niet niks allemaal, ook pijn aan je voeten zeker?’ Ik voelde me begrepen en vertelde hem over de megablaar onder mijn grote teen, de spierpijn in mijn linkerschouder en steken in de lage rug. Werken in de horeca is topsport en als oud bokser begreep hij het allemaal. Heel fijn om mijn verheel te kunnen delen.
Echter, van uit het niets kwam zijn rechtste directe over de bar en greep hij me bij de kraag van mijn hemd en trok me over de toog. Het woord flabbergasted werd toen nog niet veelvuldig gebruikt, maar het gevoel was er wel al. Met zijn grote ingedeukte en ongetwijfeld vaak gebroken neus kwam hij vlak bij mijn gezicht en gaf hij me de wijze feedback die op geen enkel ROC op die manier wordt gegeven.
Get the message
‘Denk jij nu echt dat ik hier een glas bier kom drinken om het gezever van jou aan te horen? Ik wil iemand achter de bar zien die goede zin heeft en leuke verhalen vertelt en waar ik mijn eigen shit aan kwijt kan, BEGREPEN!!!’
De boodschap was meer dan duidelijk en de les helpt me al meer dan 30 jaar te reflecteren om mijn werk in de recreatie vanuit het adagium: Smile, you are on stage now.
Ik ben altijd in de sector blijven werken en deze les nooit meer vergeten, maar als ik in de buurt van de toog kom, zit ik er toch liever aan dan dat ik er achter sta. Ieder zo zijn eigen kwaliteit.
Hoe stuur jij als werkgever op kwaliteit in een tijd dat je nauwelijks nee durft te zeggen tegen iedereen die zich aanmeldt?
Blijf sturen op kwaliteit
Het lijkt nu steeds meer te gaan over de kwantiteit, terwijl het toch echt nog steeds ook over de kwaliteit moet blijven gaan. Niet iedereen is geschikt voor elke baan.
Er werd me onlangs gevraagd wat mijn eerste ervaring was toen ik begon te werken in de vrije tijd. Ik hoefde niet lang na te denken. Het was een geweldig feedback moment dat ik gratis ontving en nooit meer ben vergeten. Het heeft me gevormd en ik wist toen in een split second wat het betekent om te werken in de wereld van gastvrijheid en dat kwaliteit boven kwantiteit gaat.
Brabantse nachten zijn lang
Ik werd namelijk ooit tijdens een Pinksterweekend gebeld of ik direct kon komen helpen in de horeca op een grote camping in Noord-Brabant. Op dat moment had ik NUL ervaring in de sector, maar personeelstekort was schijnbaar toen ook al aan de orde. De kwantiteit van het personeel ging boven de kwaliteit, anders was ik toen zeker niet gevraagd.
Van nature heb ik een nogal grove motoriek en ik kneep dan ook veel glazen een voor een kapot. Een van de eerste volle dienbladen die ik boven mijn hoofd vasthield ging als een douche over enkele gasten en met mijn schoenmaat 48 plette ik alle tenen van collega’s achter de bar.
Niet verwacht, maar aan het einde van een lange Brabantse nacht werd ik nadrukkelijk gevraagd een dag later weer te komen helpen. De nood moet wel heel groot zijn geweest, realiseer ik me nu. Wat schetste mijn verbazing. Ik werd de tweede dag al gevraagd om het café in de ochtend alleen te runnen. De meeste gasten lagen toen nog op een oor en die paar consumpties die waarschijnlijk tijdens die ochtend besteld werden kon ik waarschijnlijk wel aan.
Eye of the tiger
Mijn eerste gast was echter meteen een gepensioneerde ex-bokser die niet misstaan had als figurant in de film Rocky X. Vervaarlijke tronie, robuuste bouw en mega bloemkooloren. Type ‘niet mee sollen, ook niet op latere leeftijd’.
Hij bestelde een trappist met een scheut grenadine en keek me eens indringend aan. ‘Volgens mij ben je moe?’ was zijn nog redelijke openingszin. Blue als ik was, ging ik mee in zijn geveinsde empathie en vertelde is hoeveel uren ik de dag ervoor had gewerkt. ‘Zozo, dat is niet niks allemaal, ook pijn aan je voeten zeker?’ Ik voelde me begrepen en vertelde hem over de megablaar onder mijn grote teen, de spierpijn in mijn linkerschouder en steken in de lage rug. Werken in de horeca is topsport en als oud bokser begreep hij het allemaal. Heel fijn om mijn verheel te kunnen delen.
Echter, van uit het niets kwam zijn rechtste directe over de bar en greep hij me bij de kraag van mijn hemd en trok me over de toog. Het woord flabbergasted werd toen nog niet veelvuldig gebruikt, maar het gevoel was er wel al. Met zijn grote ingedeukte en ongetwijfeld vaak gebroken neus kwam hij vlak bij mijn gezicht en gaf hij me de wijze feedback die op geen enkel ROC op die manier wordt gegeven.
Get the message
‘Denk jij nu echt dat ik hier een glas bier kom drinken om het gezever van jou aan te horen? Ik wil iemand achter de bar zien die goede zin heeft en leuke verhalen vertelt en waar ik mijn eigen shit aan kwijt kan, BEGREPEN!!!’
De boodschap was meer dan duidelijk en de les helpt me al meer dan 30 jaar te reflecteren om mijn werk in de recreatie vanuit het adagium: Smile, you are on stage now.
Ik ben altijd in de sector blijven werken en deze les nooit meer vergeten, maar als ik in de buurt van de toog kom, zit ik er toch liever aan dan dat ik er achter sta. Ieder zo zijn eigen kwaliteit.
Hoe stuur jij als werkgever op kwaliteit in een tijd dat je nauwelijks nee durft te zeggen tegen iedereen die zich aanmeldt?
Contact
Neem contact op met ons:Frank Verkoijen
06-36069296
Thijs Vossen
06-83167967
verkoijen@recreamatch.nl